2022, het jaar waarin wij als Boomkwekerij Fleuren ons 100-jarig jubileum mogen gaan vieren. Samen want dat is het woord wat past bij onze organisatie, samen met onze medewerkers, samen met onze relaties en samen met onze omgeving.

In dit bijzondere jaar delen wij diverse Fleuren momenten: 100 Grote momenten maar ook kleine momenten die weergeven waar wij voor staan, wat we doen en hoe wij als Boomkwekerij Fleuren al 100 jaar actief zijn in onze mooie en inspirerende wereld. 

Moment 20:

Fleuren heeft in de vroegere jaren zeker 40 jaar kersenbomen gemaakt: hoogstammen, halfstammen en struiken. Meestal zure morellen, maar ook wel zoete kersen, voornamelijk voor de particuliere afzet. Onder Karel Fleuren werd dat echter geleidelijk, rond 1980, tot nul teruggebracht.

Tot in 1993 Fleuren weer met zoete kersenbomen op de markt verschijnt. Deze bomen werden als knipbomen opgekweekt, vrijwel onmiddellijk gevolgd door generatieve 3K-bomen.

IMG_5992.JPG

Een toevallige ontmoeting

Fleuren’s terugkeer als kersenboomkweker anno 1993 is een even opmerkelijk verhaal als hoe hij de eerste maker werd van generatieve bomen: een idee, een reactie, door anderen opgeroepen.

Karel Fleuren ging het tot in de puntjes uitwerken en vooral: uitproberen. Niet bij anderen, zoals zo vaak gebeurt, maar op het eigen bedrijf in Helden. Twee namen spelen daarbij een grote rol: Elmer Schmitsz Hübsch en Fritz Zahn. De eerste is een bekende Duitse topfruitkweker die al lange tijd zijn familienaam verbonden weet aan een rode Boskoop, later vaak de Bieling genoemd. De tweede is bekend geworden als de kersenprofessor uit het Noord-Duitse Alte Land. Hij ontpopt zich als Karel’s mentor en stimulator op het gebied van de kersenteelt. De drie ontmoeten elkaar op een select seminar in het Duitse Grünberg waar Karel een verhaal gehouden heeft over zijn generatieve appel- en perenbomen.

Karel Fleuren, Han Fleuren en Fritz Zahn in kastje te Helden, juli 1995

De eigen kersenteeltproeven

De kersenteeltproef in Helden bestond uit een intensieve buitenteelt en een experiment onder foliekappen, het ene met 10.000 en het andere met 20.000 bomen per hectare. Vrijwel allemaal (Noord-Duitse) rassen, hoofdzakelijk op de onderstammen Limburgse Boskriek en Colt. Een aantal bomen stond op toen nieuwe, uit het buitenland afkomstige, onderstammen zoals enkele Weiroot-nummers, Gisela 4 en 5, Edabriz en op F12/1.

De volveldsproef was geplant in het voorjaar van 1993 op vrijwel dezelfde manier als onder de kappen. 

“De eerste producties zijn duidelijk beter dan die onder de kappen. De oorzaak van dit verschil is vooralsnog onbekend, en daarom doen wij zulke experimenten zelf. Vooral om zelf te ervaren waar en waarom het fout gaat” aldus Karel Fleuren, want eigen ervaringen geven voorsprong.

Het onderzoek van Karel in 1993 was gestoeld op een zoete kersen teelt die helemaal beschermd kon worden tegen vorst in de bloeitijd, tegen vogels en regen. Een groot voordeel daarbij was dat de kersen 2 weken langer aan de boom konden blijven hangen waardoor ze écht rijp zijn, lekkerder en dikker!

Kersen onder de kap, aanplant 1993

Kersenbomenteelt anno 2022

Heden ten dage bedraagt de kersenbomenteelt van Fleuren 30% van de gehele kwekerij, bestaande uit 25 verschillende rassen en mag Fleuren zich marktleider in Europa noemen wat betreft kersenbomenteelt. 

De ontwikkeling van de onderstammen heeft in de tussentijd niet stilgestaan. In de huidige kwekerij wordt gewerkt met 9 verschillende onderstammen waaronder nog steeds de oude en vertrouwde Limburgse Boskriek en Colt.

Ook de ontwikkeling van de kersenbomen gaat nog steeds door. Elk jaar groeit onze kennis, door proeven die we zelf aanleggen en door uitdagingen die Moeder Natuur ons presenteert. 

Werken met de natuur is en blijft continu leren.

‘Hard work pays off’, een prachtig gelijkmatig 2-jarig kersenbomenperceel
De ontwikkeling van de kersenbomenteelt binnen Fleuren